Caviastal Lothlórien
Gast
Dit is het bekken van een zeugje, als röntgenfoto.
Waar de achterpoten aan het lijf vastzitten is het bekken. Onderaan het bekken zie je dat er twee ovaaltjes aan het bekken zitten, die min of meer tegen elkaar aan liggen. Bij dit zeugje is er nog wat 'speling' in, omdat ze ooit jongen heeft gehad, maar bij zeugen die nog nooit jongen hadden en bij beren zit dit strak tegen elkaar.
Als een cavia hoogzwanger is, gaan die twee delen van elkaar wijken. Dit is een hoogzwangere zeug met vrijwel volledige ontsluiting. Je ziet meteen dat de twee ovale bekkenbeenderen hier veel verder uit elkaar staan (groene cirkel). De kopjes van de jongen die je hier in de buik ziet zitten, horen er nu nét door te passen.
Maar waar voel je dat nu precies?
De rode cirkel staat bij de twee laatste foto's om de bekkenkammen (crista iliaca) en die staan altijd al uit elkaar. Dat zijn de harde dingen die je bij jezelf voelt als je je handen in de zij zet.
Je moet dus sowieso bij de groene cirkel zijn, maar omdat een röntgenfoto een 2D-beeld maakt van een 3-D dier, moet je ook nog bekijken of deze cirkel de rug of buik aanwijst.
Er zijn 2 manieren om te voelen.
Je kan je vinger over de ruggengraat naar beneden laten glijden. Daar waar eigenlijk de staart zou zitten bij andere knaagdieren voel je bij een niet zwangere zeug twee knobbeltjes dicht op de ruggengraat (wat bij ons de zitbeenknobbels zouden zijn, de tuberositas os ischii). Bij ontsluiting van een zwangere zeug gaan die uit elkaar wijken.
Ik vind die methode, hoewel makkelijker als je niet weet waar te voelen, zelf nogal onnauwkeurig en ik voel liever of de schaambeenvoeg (symfyse) al wijkt bij ontsluiting. Glij met je vinger vanaf de blauwe cirkel over de buik richting de schaamstreek. De eerste harde botstructuur die je tegenkomt is het schaambot (os pubis) en die komt exact middenvoor samen in de symfyse. De symfyse is de plek waar die twee 'ovaaltjes' tegen elkaar aan zitten.
Soms voel je al 2 weken voor de bevalling daar de eerste ruimte tussen komen, maar vaker begint het 1 week voor de bevalling, en bij een enkele uitzondering zelfs pas een paar dagen vooraf. Het wijken van de symfyse gaat langzaam, zodra je je duim (zonder forceren!!!) plat ertussen kan leggen kan je ervan uitgaan dat het nest binnen een dag of 2, hooguit 3 geboren wordt.
Let wel, niet elke zeug werkt 'volgens het boekje'. Zo is een bekend fenomeen dat sommige zeugen ongeveer een dag voor de bevalling ineens weer potdicht zitten. En sommige zeugen gaan niet netjes langzaam open, maar gaan open, stukje dicht, wat verder open, weer wat dicht, en zo verder tot ze volledig ontsloten zijn. Toch zullen ze allemaal, stuk voor stuk, volledige ontsluiting moeten hebben vóór ze kunnen bevallen.
Waar de achterpoten aan het lijf vastzitten is het bekken. Onderaan het bekken zie je dat er twee ovaaltjes aan het bekken zitten, die min of meer tegen elkaar aan liggen. Bij dit zeugje is er nog wat 'speling' in, omdat ze ooit jongen heeft gehad, maar bij zeugen die nog nooit jongen hadden en bij beren zit dit strak tegen elkaar.
Als een cavia hoogzwanger is, gaan die twee delen van elkaar wijken. Dit is een hoogzwangere zeug met vrijwel volledige ontsluiting. Je ziet meteen dat de twee ovale bekkenbeenderen hier veel verder uit elkaar staan (groene cirkel). De kopjes van de jongen die je hier in de buik ziet zitten, horen er nu nét door te passen.
Maar waar voel je dat nu precies?
De rode cirkel staat bij de twee laatste foto's om de bekkenkammen (crista iliaca) en die staan altijd al uit elkaar. Dat zijn de harde dingen die je bij jezelf voelt als je je handen in de zij zet.
Je moet dus sowieso bij de groene cirkel zijn, maar omdat een röntgenfoto een 2D-beeld maakt van een 3-D dier, moet je ook nog bekijken of deze cirkel de rug of buik aanwijst.
Er zijn 2 manieren om te voelen.
Je kan je vinger over de ruggengraat naar beneden laten glijden. Daar waar eigenlijk de staart zou zitten bij andere knaagdieren voel je bij een niet zwangere zeug twee knobbeltjes dicht op de ruggengraat (wat bij ons de zitbeenknobbels zouden zijn, de tuberositas os ischii). Bij ontsluiting van een zwangere zeug gaan die uit elkaar wijken.
Ik vind die methode, hoewel makkelijker als je niet weet waar te voelen, zelf nogal onnauwkeurig en ik voel liever of de schaambeenvoeg (symfyse) al wijkt bij ontsluiting. Glij met je vinger vanaf de blauwe cirkel over de buik richting de schaamstreek. De eerste harde botstructuur die je tegenkomt is het schaambot (os pubis) en die komt exact middenvoor samen in de symfyse. De symfyse is de plek waar die twee 'ovaaltjes' tegen elkaar aan zitten.
Soms voel je al 2 weken voor de bevalling daar de eerste ruimte tussen komen, maar vaker begint het 1 week voor de bevalling, en bij een enkele uitzondering zelfs pas een paar dagen vooraf. Het wijken van de symfyse gaat langzaam, zodra je je duim (zonder forceren!!!) plat ertussen kan leggen kan je ervan uitgaan dat het nest binnen een dag of 2, hooguit 3 geboren wordt.
Let wel, niet elke zeug werkt 'volgens het boekje'. Zo is een bekend fenomeen dat sommige zeugen ongeveer een dag voor de bevalling ineens weer potdicht zitten. En sommige zeugen gaan niet netjes langzaam open, maar gaan open, stukje dicht, wat verder open, weer wat dicht, en zo verder tot ze volledig ontsloten zijn. Toch zullen ze allemaal, stuk voor stuk, volledige ontsluiting moeten hebben vóór ze kunnen bevallen.